Vertaal
Naar andere talen: • bad > ENbad > ESbad > FR
Vertalingen bad NL>DE

het bad

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [bɑt]
Verbuigingen:  baden (meerv.)

1) grote bak waar je in kunt zitten of liggen om je te wassen - Badewanne (die ~)
in bad gaan - in die Badewanne gehen
een kind in bad doen - ein Kind baden

2) keer dat je in bad gaat - Bad (das ~)
een bad nemen - ein Bad nehmen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
het baddas Bad ; die Badewanne ; das Schwimmbad ; das Tauchbad
BAD (Afkorting) ADP (Afkorting) ; DA-C (Afkorting)
bad Bad ; Bassinbad ; freie Flotte ; Schmelze
Bronnen: Engoi Woordenschatoefeningen; interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `bad`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: badkuip
NL: bassin
NL: fixeerbad
NL: zwembad