Vertalingen vier NL>DE
vier
telwoord
het getal 4 -
vier © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de vier | vier |
vier | vier ; vierzahl |
Bronnen: Wiktionary; interglot
Voorbeeldzinnen met `vier`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: viertalUitdrukkingen en gezegdes
NL: vier aan
vier
DE: je vier und vier, zu vierenNL: vier en een half jaar
DE: viereinhalb Jahre, vier und ein halbes Jahr, fünfthalb JahreNL: een dag of
vier
DE: etwa vier TageNL: om de
vier dagen
DE: alle vier TageNL: het is bij
vieren
DE: es ist gleich vier (Uhr)NL: (iets) in
vieren delen
DE: in vier Teile (ver)teilenNL: (hij deed het) in
vieren
DE: (in vier achtereenvolgende keren) in vier AbsätzenNL: (ze kwamen) met z'n
vieren
DE: zu vierenNL: ze zijn met hun
vieren
DE: sie sind zu vier(en), zu viert, sie sind ihrer vier, es sind ihrer vierNL: met
vieren in de rij,
vier aan
vier
DE: in ViererreihenNL: het loopt naar
vieren
DE: es geht auf vier (Uhr)NL: na
vieren
DE: nach vierNL: ('t is) over
vieren
DE: vier Uhr vorbei, vier Uhr durch, nach vierNL: de trein van
vieren
DE: der VieruhrzugNL: toneelspel in
vier bedrijven
DE: vieraktiges SchauspielNL: wagen met
vier assen
DE: vierachsiger WagenNL: met
vier deuren, motoren, raderen etc.
DE: viertürig, viermotorig, vierrädrigNL: met de
vier (rijden)
DE: mit vieren, vierspännigNL: conferentie van de Grote Vier
DE: Vierertreffen (das)NL: raad van
vieren
DE: Viererrat (der)NL: rij van
vier
DE: Viererreihe (die)NL: de oude
vier
DE: (roeisp.) der Seniorenvierer