Vertalingen se ramollir FR>NL
se ramollir (ww.) | in de week zetten (ww.) ; ontharden (ww.) ; vertederen (ww.) ; verweken (ww.) ; week maken (ww.) ; week worden (ww.) ; weken (ww.) ; zachtmaken (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `se ramollir`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: rendre tendre