Vertaal
Vertalingen se réveiller FR>NL
[səʀeveje]

1 sortir du sommeil - wakker worden

  'Elle s'est réveillée très tôt.'
  Ze is erg vroeg wakker geworden.


2 être de nouveau présent - weer opleven

  'Ses soupçons se réveillent.'
  Hij krijgt weer argwaan.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
se réveiller (ww.) ontwaken (ww.) ; wakker worden (ww.)
se réveiller aan de slag gaan
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek

Voorbeeldzinnen met `se réveiller`
Voorbeeldzinnen laden....