Vertalingen se réunir FR>NL
[səʀeyniʀ]1 se retrouver - bijeenkomen
'Nous nous sommes réunis chez elle.'
We zijn bij haar bijeengekomen.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
se réunir (ww.) | afspreken (ww.) ; bijeen komen (ww.) ; bijeenkomen (ww.) ; elkaar ontmoeten (ww.) ; elkaar zien (ww.) ; samenkomen (ww.) |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `se réunir`

Voorbeeldzinnen laden....