Vertalingen s'imposer FR>NL
[sɛ̃poze]1 être nécessaire - geboden zijn - noodzakelijk zijn
'Une réforme s'impose.'
Een hervorming is geboden.2 se faire accepter, reconnaître - erkend worden
'Il s'est imposé en tant que chef.'
Hij is erkend als leider.3 s'obliger à faire ··· - zichzelf opleggen
'Elle s'est imposée une discipline stricte.'
Ze heeft zichzelf een strenge discipline opgelegd.4 faire subir sa présence - zich opdringen
's'imposer chez ··· '
zich bij iemand opdringen© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| s'imposer | doordringen ; in acht genomen moeten worden ; nodig zijn ; noodzakelijk zijn |
Bron: ICT-WoordenboekVoorbeeldzinnen met `s'imposer`
Voorbeeldzinnen laden....
