Vertalingen s'envoler FR>NL
s'envoler (ww.) | aankaarten (ww.) ; aansnijden (ww.) ; aanvoeren (ww.) ; achterhouden (ww.) ; achteroverdrukken (ww.) ; afnemen (ww.) ; afreizen (ww.) ; afspatten (ww.) ; afspringen (ww.) ; afstomen (ww.) ; aftreden (ww.) ; afvliegen (ww.) ; afweken (ww.) ; bedaren (ww.) ; bedwingen (ww.) ; beheersen (ww.) ; benemen (ww.) ; beroven van (ww.) ; bestelen (ww.) ; beteugelen (ww.) ; de overhand hebben (ww.) ; depriveren (ww.) ; domineren (ww.) ; een sprongetje maken (ww.) ; entameren (ww.) ; erop vooruit gaan (ww.) ; fladderen (ww.) ; gaan (ww.) ; gappen (ww.) ; gezaghebben (ww.) ; groeien (ww.) ; groot worden (ww.) ; hangen (ww.) ; heengaan (ww.) ; heerschappij voeren (ww.) ; heersen over (ww.) ; hijsen (ww.) ; in bedwang houden (ww.) ; in de steek laten (ww.) ; inpikken (ww.) ; intomen (ww.) ; jatten (ww.) ; kapen (ww.) ; klimmen (ww.) ; ladelichten (ww.) ; leegplunderen (ww.) ; leegstelen (ww.) ; lichten (ww.) ; los worden (ww.) ; losgaan (ww.) ; losweken (ww.) ; macht uitoefenen (ww.) ; machtiger zijn (ww.) ; matigen (ww.) ; naar boven tillen (ww.) ; naar boven trekken (ww.) ; naar voren brengen (ww.) ; navigeren (ww.) ; omhoog brengen (ww.) ; omhoog doen (ww.) ; omhoog heffen (ww.) ; omhoog rukken (ww.) ; omhoog trekken (ww.) ; omhooghalen (ww.) ; omhoogheffen (ww.) ; omhoogklimmen (ww.) ; omhoogkomen (ww.) ; omhoogleiden (ww.) ; omhoogrukken (ww.) ; omhoogtillen (ww.) ; omklappen (ww.) ; omvliegen (ww.) ; onder gezag brengen (ww.) ; onderdrukken (ww.) ; onderwerpen (ww.) ; ontfutselen (ww.) ; ontnemen (ww.) ; ontstelen (ww.) ; ontvreemden (ww.) ; op tafel leggen (ww.) ; opbreken (ww.) ; opgroeien (ww.) ; ophalen (ww.) ; opheffen (ww.) ; opkalefateren (ww.) ; opknappen (ww.) ; oplappen (ww.) ; opperen (ww.) ; opspringen (ww.) ; opstappen (ww.) ; opstijgen (ww.) ; opstuiven (ww.) ; optillen (ww.) ; opvijzelen (ww.) ; opvliegen (ww.) ; opwaaien (ww.) ; opwaarts vliegen (ww.) ; opwerpen (ww.) ; overheersen (ww.) ; overmannen (ww.) ; overmeesteren (ww.) ; overweldigen (ww.) ; per vliegtuig reizen (ww.) ; pikken (ww.) ; plunderen (ww.) ; poneren (ww.) ; regeren (ww.) ; roven (ww.) ; smeren (ww.) ; snaaien (ww.) ; springen (ww.) ; stelen (ww.) ; stellen (ww.) ; stuiven (ww.) ; suggereren (ww.) ; te berde brengen (ww.) ; te kort doen (ww.) ; ter sprake brengen (ww.) ; terughouden (ww.) ; terugtrekken (ww.) ; tillen (ww.) ; toeëigenen (ww.) ; uitplunderen (ww.) ; uitrijzen (ww.) ; uittorenen (ww.) ; uittreden (ww.) ; uitvliegen (ww.) ; verdonkeremanen (ww.) ; verdonkeren (ww.) ; verduisteren (ww.) ; verdwijnen (ww.) ; verlaten (ww.) ; vertrekken (ww.) ; vervreemden (ww.) ; verwaaien (ww.) ; verwijderen (ww.) ; vliegen (ww.) ; vliegtuig besturen (ww.) ; vooruitkomen (ww.) ; vorderen (ww.) ; wapperen (ww.) ; wegdraven (ww.) ; wegfutselen (ww.) ; weggaan (ww.) ; weggraaien (ww.) ; weghaasten (ww.) ; weghollen (ww.) ; wegijlen (ww.) ; wegkapen (ww.) ; wegnemen (ww.) ; wegpakken (ww.) ; wegpikken (ww.) ; wegreizen (ww.) ; wegrennen (ww.) ; wegsnellen (ww.) ; wegspoeden (ww.) ; wegstuiven (ww.) ; wegtrekken (ww.) ; wegvliegen (ww.) ; wegwaaien (ww.) ; zich meester maken van (ww.) ; zweven (ww.) |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `s'envoler`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: s'en aller