Vertalingen s'affamer FR>NL
s'affamer (ww.) | een sterke begeerte hebben naar (ww.) ; honger hebben (ww.) ; hongeren (ww.) ; hongeren naar (ww.) ; hongerlijden (ww.) ; hopen (ww.) ; kwijnen (ww.) ; kwijnend verlangen (ww.) ; rammelen (ww.) ; smachten (ww.) ; snakken (ww.) ; spinzen (ww.) ; van hoop vervuld zijn (ww.) ; verhongeren (ww.) ; verlangen (ww.) ; verrekken (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `s'affamer`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: avoir faim