Vertalingen s'affaiblir FR>NL
[safebliʀ]1 devenir faible - zwakker worden
'Il s'affaiblit de jour en jour.'
Hij wordt van dag tot dag zwakker.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
s'affaiblir (ww.) | uitputten (ww.) ; zwakker worden (ww.) ; zwak worden (ww.) ; wegslinken (ww.) ; wegkwijnen (ww.) ; verzwakken (ww.) ; verteren (ww.) ; verslijten (ww.) ; verslappen (ww.) ; verkwijnen (ww.) ; verflauwen (ww.) ; verbruiken (ww.) ; uitgeven voor een maaltijd (ww.) ; uitbranden (ww.) ; tanen (ww.) ; slijten (ww.) ; platbranden (ww.) ; opmaken (ww.) ; leegbranden (ww.) ; doorjagen (ww.) ; afdragen (ww.) ; afbranden (ww.) ; aan kracht inboeten (ww.) |
s'affaiblir (m) | het wegsterven |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `s'affaiblir`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: languir