Vertalingen s'adoucir FR>NL
[sadusiʀ]1 devenir moins froid - zachter worden
'Le temps s'est adouci.'
Het is zachter (weer) geworden.2 devenir moins dur, moins rude - milder worden
'Son caractère s'est adouci avec le temps.'
Hij is mettertijd milder geworden.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
s'adoucir (ww.) | luwen (ww.) ; uitwoeden (ww.) ; verflauwen (ww.) ; wegsterven (ww.) |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `s'adoucir`

Voorbeeldzinnen laden....