Vertaal
Naar andere talen: • renaître > DErenaître > ENrenaître > ES
Vertalingen renaître FR>NL
[ʀənɛtʀ]

1 se développer de nouveau - herleven

  'La végétation renaît au printemps.'
  De vegetatie ontwaakt in de lente.


2 avoir lieu de nouveau - weer opkomen

  'L'espoir renaît.'
  Er is weer hoop.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
renaître (ww.) herleven (ww.) ; herrijzen (ww.) ; weer oprijzen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `renaître`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: guérir
FR: réveiller
FR: revivre