Vertalingen réparer FR>NL
[ʀepaʀe]1 remettre en bon état - herstellen - repareren
'réparer la chaudière'
de cv-ketel repareren
'faire réparer ··· '
iets laten repareren2 faire disparaître - (weer) goed maken
'réparer une faute'
een fout weer goed maken
'réparer les dégâts'
de schade vergoeden© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
réparer (ww.) | bijspijkeren (ww.) ; bijstellen (ww.) ; boeten (ww.) ; genoegdoen (ww.) ; inhalen (ww.) ; opkalefateren (ww.) ; oplappen (ww.) ; opvijzelen (ww.) ; rechtstrijken (ww.) ; renoveren (ww.) ; verstellen (ww.) |
réparer | herstellen ; maken ; vergoeden |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Trueterm; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `réparer`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: dédommagerFR: dépannerFR: parfaireFR: raccommoderFR: rafistolerFR: rapiécerFR: ravauderFR: réconforterFR: recoudreFR: rectifierUitdrukkingen en gezegdes
FR: réparer le temps perdu
NL: de verloren tijd inhalen