Vertaal
Naar andere talen: • râleur > DErâleur > ENrâleur > ES
Vertalingen râleur FR>NL
râleur (znw.)de brombeer (m) ; de brompot (m) ; de gifkikker (m) ; de grompot (m) ; de kankeraar (m) ; de kniesoor ; de knorrepot (m) ; de mopperaar (m)
râleur humeurig ; sikkeneurig ; slecht gehumeurd
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `râleur`
Voorbeeldzinnen laden....