Vertalingen râler contre FR>NL
râler contre (ww.) | beledigen (ww.) ; donderen (ww.) ; foeteren (ww.) ; fulmineren (ww.) ; schelden (ww.) ; tekeergaan (ww.) ; tieren (ww.) ; uitmaken voor (ww.) ; uitvaren (ww.) ; vuilbekken (ww.) |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `râler contre`

Voorbeeldzinnen laden....