Vertalingen prendre fin FR>NL
prendre fin (ww.) | klaarkrijgen (ww.) ; voorbijgaan (ww.) ; voltooien (ww.) ; volmaken (ww.) ; volbrengen (ww.) ; vervallen (ww.) ; verstrijken (ww.) ; verlopen (ww.) ; vergaan (ww.) ; uitraken (ww.) ; ten einde lopen (ww.) ; stoppen (ww.) ; ophouden (ww.) ; klaarmaken (ww.) ; eindigen (ww.) ; een einde maken aan (ww.) ; completeren (ww.) ; besluiten (ww.) ; beslissen (ww.) ; beëindigen (ww.) ; afwerken (ww.) ; afsluiten (ww.) ; afronden (ww.) ; afmaken (ww.) ; aflopen (ww.) ; afkrijgen (ww.) |
prendre fin | een einde komen aan ; ten einde komen |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `prendre fin`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: finir