Vertalingen pratique FR>NL
[pʀatik]1 action de faire ··· - beoefening - praktijk
'la pratique d'un sport'
de beoefening van een sport
'mettre une théorie en pratique'
een theorie in praktijk brengen2 manière d'agir, habitude - praktijk - gewoonte
'une pratique courante'
een veelvoorkomend gebruik3 dans la pratique
en réalité - in de praktijk[pʀatik]1 qui concerne l'action, la réalité - praktisch
'travaux pratiques'
praktijkles
'manquer de sens pratique'
niet praktisch zijn2 facile à utiliser et efficace - handig
'Le métro est très pratique.'
De metro is erg handig.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
pratique (znw.) | de uitoefening (v) ; de routine (v) ; de ervaring (v) ; de beoefening (v) ; de artsenpraktijk |
pratique (v) | oefening |
la pratique | de praktijk |
pratique | praktisch ; voordelig ; uitgeoefend ; toegepast ; simpel ; practisch ; nuttig ; niet moeilijk ; makkelijk ; licht ; in de praktijk ; gemakkelijk ; eenvoudig ; bruikbaar ; aangewend ; handeling ; handig |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `pratique`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: adaptéFR: aiséFR: commodeFR: efficaceFR: envisageableFR: exécutableFR: faisableFR: fonctionnelFR: maniableFR: possibleUitdrukkingen en gezegdes
FR: mettre en
pratique
NL: in praktijk brengen, toepassen