Vertaal
Naar andere talen: • ménage > DEménage > ENménage > ES
Vertalingen ménage FR>NL
[menaʒ]

1 travaux d'entretien d'une habitation - huishouden

  'faire le ménage'
  het huishouden doen


2 couple - stel - paar

  'un jeune ménage'
  een jong stel

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
ménage (m) het huisgezin ; de zuivering (v) ; het schoonmaakwerk ; de schoonmaak (m) ; de reiniging (v) ; de opruiming (v) ; kuising (znw.) ; de huishouding (v) ; het huishouden ; het gezin
ménage gezin ; tweespan ; huishouding ; Huishouden ; huishoudelijke afnemer ; huishoud- ; gezinshuishouden
Bronnen: interglot; Omegawiki.org; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `ménage`
Voorbeeldzinnen laden....


Uitdrukkingen en gezegdes
FR: faire le ménage NL: het huishouden doen
FR: femme de ménage NL: werkster
FR: pain de ménage NL: eigengebakken brood, gewoon brood
FR: vivre de ménage NL: zuinig leven
FR: faire bon, mauvais ménage avec quelqu'un. NL: goed, slecht met iemand overweg kunnen
FR: querelle de ménage NL: huiselijke twist
FR: ménage à  trois NL: driehoeksverhouding