Vertaal
Naar andere talen: • lacérer > DElacérer > ENlacérer > ES
Vertalingen lacérer FR>NL
lacérer (ww.) kapot scheuren (ww.) ; kapottrekken (ww.) ; stuktrekken (ww.) ; uiteentrekken (ww.) ; verscheuren (ww.)
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `lacérer`
Voorbeeldzinnen laden....