Vertalingen invité FR>NL
[ɛ̃vitasjɔ̃]1 personne à qui l'on a demandé de venir - gast - gaste
-e
genodigde
'accueillir les invités'
de genodigden opvangen/ontvangen[ɛ̃vitasjɔ̃]1 personne à qui l'on a demandé de venir - gast - gaste
-e
genodigde
'accueillir les invités'
de genodigden opvangen/ontvangen© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
invité (znw.) | de genodigde ; de loge (m) ; de slaper (m) |
le invité | gast |
invité | uitgenodigd ; genodigde ; overnachter ; slaapgast |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `invité`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: convive