Vertalingen faire défaut FR>NL
faire défaut (ww.) | afwezig zijn (ww.) ; mankeren (ww.) ; ontbreken (ww.) ; verzuimen (ww.) |
faire défaut | uitblijven ; verstek laten gaan |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.Voorbeeldzinnen met `faire défaut`

Voorbeeldzinnen laden....