Vertaal
Vertalingen désillusionner FR>NL
désillusionner (ww.) desillusioneren (ww.) ; frustreren (ww.) ; laten zakken (ww.) ; nuchter worden (ww.) ; ontgoochelen (ww.) ; ontnuchteren (ww.) ; teleurstellen (ww.)
Bronnen: Trueterm; interglot

Voorbeeldzinnen met `désillusionner`
Voorbeeldzinnen laden....