Vertalingen dégoutter FR>NL
dégoutter (ww.) | afdruipen (ww.) ; droppen (ww.) ; druipen (ww.) ; druppelen (ww.) ; druppen (ww.) ; sijpelen (ww.) ; uitdruppelen (ww.) |
Bronnen: interglot; TruetermVoorbeeldzinnen met `dégoutter`

Voorbeeldzinnen laden....