Vertalingen déboîter FR>NL
[debwate]1 sortir de l'endroit où on était - uitvoegen
'La voiture a déboîté à gauche.'
De auto is naar links uitgeweken.[debwate]1 faire sortir de ··· - losmaken
'déboîter des tuyaux'
pijpen loskoppelen© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
déboîter (ww.) | disloqueren (ww.) ; krachteloos maken (ww.) ; ontwrichten (ww.) ; verlammen (ww.) ; verstuiken (ww.) ; verzwikken (ww.) ; zwikken (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `déboîter`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: disloquer