Vertalingen débauche FR>NL
débauché (znw.) | de hoerenloper (m) ; de hoereerder (m) |
débauche (v) | de immoraliteit (v) ; de zedeloosheid (v) ; de woede-uitbarsting (v) ; de uitspatting (v) ; de onzedelijkheid (v) ; de ontucht ; de mateloosheid (v) ; de losbandigheid (v) ; de liederlijkheid (v) ; de grenzeloosheid (v) ; de buitensporigheid (v) ; de bandeloosheid (v) |
débauché | verregaand zedenloos ; verdorven ; tuchteloos ; onzedelijk ; ontuchtig ; liederlijk ; ontucht |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `débauche`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: abusFR: bacchanaleFR: corrompuFR: corruptionFR: débordementFR: dépravationFR: dépravéFR: dérèglementFR: dévergondageFR: dévergondéUitdrukkingen en gezegdes
FR: vivre dans la
débauche
NL: een losbandig, liederlijk leven leiden