Vertalingen bienséance FR>NL
bienséance (znw.) | de betamelijkheid (v) ; het fatsoen ; de fatsoensnormen ; de kiesheid (v) ; de welvoeglijkheid (v) |
bienséance | eerbaar ; netjes ; welvoeglijk ; voegzaamheid ; welgemanierdheid |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `bienséance`

Voorbeeldzinnen laden....