Vertaal
Naar andere talen: • accès > DEaccès > ENaccès > ES
Vertalingen accès FR>NL
[aksɛ]

1 possibilité, autorisation d'aller quelque part - toegang

  'accès interdit'
  geen toegang

  'avoir accès à l'immeuble'
  toegang hebben tot het flatgebouw


2 chemin qui permet d'entrer - toegangsweg

  'Tous les accès sont fermés à la circulation.'
  Alle toegangswegen zijn voor het verkeer gesloten.


3 crise, manifestation soudaine - aanval

  'un accès de fièvre'
  een kortsaanval

  'un accès de colère'
  een woede-uitbarsting

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
accès (m) de deur ; toegangsweg ; de toegangen ; de toegang (m) ; passage ; de oprit (m) ; de oprijlaan ; de inrit (m) ; de inlaat (m) ; de ingang (m) ; de huisdeur ; de hersenbloeding (v) ; de entree (v) ; de beroertes ; de beroerte (v) ; de attaques ; de apoplexie (v)
le accèsde toegankelijkheid ; aansluiting
accès aansluitingspunt ; toegang ; poort ; klemmenpaar ; crisis ; aanval
Bronnen: interglot; Wikipedia; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `accès`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: abord
FR: abords
FR: arrivée
FR: arrivées
FR: bouche
FR: bouches
FR: brèche
FR: brèches
FR: cratère
FR: cratères