Vertalingen s'habituer FR>NL
[sabitɥe]1 prendre l'habitude de - wennen
's'habituer à la chaleur'
wennen aan de warmte
'Ils se sont habitués à leur nouvelle vie.'
Ze zijn gewend aan hun nieuwe bestaan.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
s'habituer (ww.) | aanwennen (ww.) ; eigenmaken (ww.) ; gewend raken (ww.) ; inburgeren (ww.) |
s'habituer | wennen aan |
Bronnen: interglot; TruetermVoorbeeldzinnen met `s'habituer`

Voorbeeldzinnen laden....