Vertalingen s'ouvrir FR>NL
[suvʀiʀ]1 ne plus être fermé - opengaan
'La porte s'ouvre.'
De deur gaat open.
'Les fleurs se sont ouvertes.'
De bloemen zijn open(gegaan).© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
s'ouvrir (ww.) | los worden (ww.) ; losgaan (ww.) ; ontvouwen (ww.) ; opengaan (ww.) ; openslaan (ww.) ; openspreiden (ww.) ; openvouwen (ww.) ; opvouwen (ww.) ; uitklappen (ww.) ; uitslaan (ww.) ; uitspreiden (ww.) ; uitvouwen (ww.) ; vouwen (ww.) |
s'ouvrir | open gaan ; openen ; verschijnen |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `s'ouvrir`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: ouvrir