Zie ook:
maîtriseVertalingen Maîtrise FR>NL
[metʀiz]1 contrôle, pouvoir - beheersing
maîtrise de soi
(= fait de se maîtriser) - zelfbeheersing2 fait de très bien connaître une technique, une langue - beheersing
'une parfaite maîtrise de l'anglais'
een volmaakte beheersing van het Engels3 grade universitaire - maîtrisediploma
'une maîtrise de droit'
een maîtrise in de rechten© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
maîtrise (v) | de beheersing (v) ; het doctoraal ; de master (m) ; het meesterschap ; de zelfbeheersing (v) |
la maîtrise | het beheersen ; het beheren |
maîtrisé | overwonnen ; verslagen ; beheerst ; Doctoraalexamen ; Licentie |
Bronnen: interglot; Wikipedia; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Maîtrise`

Voorbeeldzinnen laden....
Uitdrukkingen en gezegdes
FR: maîtrise de soi-même
NL: zelfbeheersing