Vertalingen énervé FR>NL
[enɛʀvɑ̃]1 irrité, agacé - geïrriteerd
'Il est sorti très énervé de la réunion.'
Hij heeft de bijeenkomst erg geïrriteerd verlaten.2 excité - opgewonden
'Les enfants sont énervés.'
De kinderen zijn opgewonden.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
énervé (znw.) | de neuroot ; de zenuwpees |
énervé | gespannen ; gestrest ; opgefokt ; opgehitst ; opgejaagd |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `énervé`

Voorbeeldzinnen laden....