Vertalingen élément FR>NL
[elemɑ̃]1 partie d'un ensemble - element - (onder)deel
'les éléments d'un meuble'
de onderdelen van een meubel
'les éléments d'un dossier'
de onderdelen van een dossier2 personne qui fait partie d'un groupe - element
'un bon élément'
een goede kracht3 être dans son élément
être dans un environnement familier - in zijn element zijn© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
élément (m) | de factor (m) |
le élément | onderdeel ; deel ; bouwsteen ; beginsel |
élément | item ; tijdsleuf ; onderdeel ; netwerkelement ; bandrij ; feit of omstandigheid ; element ; constructie-element ; component ; chip ; cel ; bitsegment |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.; Omegawiki.org
Voorbeeldzinnen met `élément`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: milieuFR: principeFR: substanceUitdrukkingen en gezegdes
FR: les quatre
éléments
NL: lucht, vuur, aarde en water