Vertalingen AGE FR>NL
[ɑʒ]1 temps écoulé depuis la naissance - leeftijd
'Quel âge a-t-elle ?'
Hoe oud is ze?
d'un certain âge
(= qui n'est plus jeune) - niet zo jong meer
'un homme d'un certain âge'
een al wat oudere man2 le troisième âge
l'ensemble des personnes de plus de soixante ans - de 65-plussers3 période de l'histoire - tijdperk
'l'âge de la pierre'
het stenen tijdperk[ɑʒ]1 vieux - oud - bejaard
'un homme âgé'
een oude man2 âgé de
qui a l'âge de - oud
'être âgé de vingt ans'
twintig (jaar) zijn© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
âgé (znw.) | de ouwe (m) ; de bejaarde |
âge (m) | de oudheid (v) ; de ouderdom (m) ; de mensenleeftijd (m) ; de leeftijd (m) ; honderd jaar (znw.) ; de eeuw |
âgé | ouwelijk ; oud ; bejaard |
AGE (Afkorting) | GAB (Afkorting) ; ALO (Afkorting) ; Algemene Leningsregeling ; Algemene Leningsovereenkomsten ; algemene leningsarrangementen ; AGE (Afkorting) |
âge | leeftijd ; rijpingsgraad ; ploegboom ; ouder ; op leeftijd ; levensverwachting |
Bronnen: interglot; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.; ICT-Woordenboek; Omegawiki.org
Voorbeeldzinnen met `AGE`

Voorbeeldzinnen laden....
Uitdrukkingen en gezegdes
FR: être entre deux
âges
NL: van middelbare leeftijd zijnFR: être d'
âge à
NL: oud genoeg zijn om teFR: l'
âge ingrat
NL: het begin der jongelingsjaren (vlegeljaren, bakvisjaren)FR: il ne parâit pas son
âge
NL: hij lijkt jonger dan hij isFR: quel
âge avez vous?
NL: hoe oud bent u?FR: être sur l'
âge
NL: op leeftijd zijnFR: le moyen
âge
NL: de middeleeuwenFR: l'
âge de la pierre
NL: het stenen tijdperkFR: l'
âge d'or
NL: de gouden eeuw