Vertalingen intercéder FR>DE
intercéder (ww.) | einschreiten (ww.) ; interferieren (ww.) ; intervenieren (ww.) ; sich einmischen (ww.) ; zusammenfallen (ww.) ; zusammentreffen (ww.) |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `intercéder`

Voorbeeldzinnen laden....