Vertaal
Naar andere talen: • faire valoir > ENfaire valoir > ESfaire valoir > NL
Vertalingen faire valoir FR>DE
faire valoir (ww.) abbauen (ww.) ; ausbeuten (ww.) ; ausnutzen (ww.) ; benutzen (ww.) ; inBetriebsetzen (ww.) ; profitieren (ww.) ; schaffen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `faire valoir`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: tirer profit de