Vertalingen homólogo ES>NL
I homólogo, -ga
bijv.naamw.
| Uitspraak: | [o'moloγo, -γa] |
que es similar a algo por compartir características comunes -
overeenstemmend | Sus opiniones sobre economía son en general homólogas. - Hun meningen over de economie zijn over het algemeen overeenstemmend. |
II el/la homólogo, -ga
zelfst.naamw.
persona o grupo que realizan iguales actividades -
collega | El ministro de educación de la nación citó a sus homólogos de las provincias para el debate. - De minister van onderwijs van het land riep zijn collega´s van de provincies op voor het debat. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| homólogo (znw.) | de antithese (v) ; de confrater (m) ; de tegenhanger (m) |
| homólogo | gelijkluidend ; gelijkstandig ; homoloog ; overeenstemmend ; ambtgenoot ; homoeoloog ; homoloog ; isoloog |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.Voorbeeldzinnen met `homólogo`
Voorbeeldzinnen laden....
