Zie ook:
avaroVertalingen ávaro ES>NL
avaro, -ra
bijv.naamw.
1) que desea poseer muchas riquezas sin compartirlas -
hebzuchtig Sólo un hombre avaro saca ganancias de las tragedias de los demás. - Alleen een hebzuchtige man maakt verdiensten met de ellende van anderen. |
2) que oculta, guarda y no ofrece algo valioso -
krenterig Las abuelas eran avaras con sus recetas famosas. - De oma´s waren krenterig met hun beroemde recepten. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
avaro (znw.) | de schraper (m) ; de krentenweger (m) ; de gladakker (m) ; de geldwolf (m) |
el avaro (m) | de vrek (m) ; de gierigaard (m) ; het Avaars |
avaro | schraperig ; vrekkig ; spinnig ; pinnig ; oppotter ; krenterig ; knibbelaar ; kattig ; inhalig ; gierig ; bits ; hebzuchtig |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Omegawiki.org
Voorbeeldzinnen met `ávaro`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: agarradoES: agresivoES: atesoradorES: avariciosoES: avispadoES: bruscoES: codiciosoES: delgaduchoES: desabridoES: exiguo