Vertaal
Naar andere talen: • hacer pasar > ENhacer pasar > FRhacer pasar > NL
Vertalingen hacer pasar ES>DE
hacer pasar (ww.) herumgeben (ww.) ; herumreichen (ww.) ; weitergeben (ww.) ; überreichen (ww.)
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `hacer pasar`
Voorbeeldzinnen laden....