Vertalingen zusammenhängen DE>NL
I zusammenhängen
werkw.
1) die Folge von etw. sein -
verband Ich denke, deine Bauchschmerzen hängen mit dem Stress zusammen. - Ik denk dat er een verband is tussen de buikpijn en de stress. Die Probleme könnten damit zusammenhängen, dass das System noch nicht erprobt ist. - Er is mogelijk een verband tussen de problemen en het systeem dat nog niet is getest. |
2) mit etw. zu tun haben -
verband Er interessiert sich für alles, was mit Technik zusammenhängt. - Hij is geïnteresseerd in alles wat in verband staat met techniek. |
3) mit etw. eine Einheit bilden -
verband das größte zusammenhängende Regenwaldgebied - het grootste aaneengesloten regenwoud Die drei Bücher erzählen eine zusammenhängende Geschichte. - De gebeurtenissen waarover in de drie boeken is geschreven staan met elkaar in verband. |
II der Zusammenhang
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ʦuˈzamənhaŋ] |
Verbuigingen: | Zusammenhang(e)s , Zusammenhänge |
deel van de uitdrukking: samenhang Besteht zwischen den beiden Phänomenen ein Zusammenhang? - Bestaat er een samenhang tussen de twee verschijnselen. In diesem Zusammenhang fällt mir eine Geschichte ein. - In dit verband schiet me een gebeurtenis te binnen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
zusammenhängen | samenhangen |
Voorbeeldzinnen met `zusammenhängen`

Voorbeeldzinnen laden....