Vertalingen zurücklaufen DE>NL
zurücklaufen (ww.) | achteruitgaan (ww.) ; bederven (ww.) ; bezwijken (ww.) ; instorten (ww.) ; nekken (ww.) ; ruineren (ww.) ; tenondergaan (ww.) ; teruggaan (ww.) ; verderven (ww.) ; vergaan (ww.) ; verrotten (ww.) ; verteren (ww.) ; verzieken (ww.) ; wegrotten (ww.) ; zinken (ww.) |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `zurücklaufen`

Voorbeeldzinnen laden....