1. MWB
  2. Vertalen
  3. zurück (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • zurück > EN • zurück > ES • zurück > FR
Vertalingen zurück DE>NL

zurück

bijwoord
Uitspraak:  [ʦuˈrʏk]

1) wieder zum Ausgangspunkt - terug
Hin fuhren sie mit dem Auto, zurück nahmen sie den Zug. - Zij reden met de auto heen en namen de trein terug.
Einmal Berlin hin und zurück, bitte. - Een retourtje naar Berlijn alstublieft.

2) wieder am Ausgangspunkt - terug
Wann wird er zurück sein? - Wanneer zal hij terug zijn?

3) nach hinten - achteruit
Zurück! Die Klippen sind gefährlich! - Achteruit! De klippen zijn gevaarlijk!

4) deel van de uitdrukking: achterstand
mit der Arbeit / in der Entwicklung zurück sein - met de werkzaamheden / in de ontwikkeling achter zijn

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
zurück achteruit ; achterwaarts ; achterwege ; naar achter ; naar achteren ; rugwaarts ; terug
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `zurück`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: auf dem Rücksitz
DE: auf den hinteren Plätzen
DE: auf der Hinterseite
DE: auf der Rückseite
DE: dahinter
DE: hinten
DE: hintenüber
DE: im Fond
DE: rücklings
DE: rückwärts

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: zurück sein NL: (ook:) achter zijn