Vertaal
Vertalingen vorwärtsgehen DE>NL

vorwärtsgehen

werkw.
Uitspraak:  [ˈfoːɐvɛgeːən]

1) nach vorn gehen - vooruitgaan
Sie ging ein paar Schritte vorwärts. - Zij ging een paar stappen vooruit.

2) sich gut entwickeln - vooruitgaan
Seit Krüger die Projektleitung übernommen hat, geht überhaupt nichts mehr vorwärts. - Sinds Krüger de projectleiding heeft overgenomen gaat er helemaal niets meer vooruit.
Endlich geht es mit dem Hausbau vorwärts. - Eindelijk gaat het met de bouw van het huis vooruit.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
vorwärtsgehen (ww.) vooruitgaan (ww.)
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `vorwärtsgehen`
Voorbeeldzinnen laden....