Vertaal
Naar andere talen: • vergießen > ENvergießen > ESvergießen > FR
Vertalingen vergießen DE>NL

vergießen

werkw.
Uitspraak:  [fɛɐˈgiːsən]

1) verschütten - vergieten
Wer hat den Kakao auf dem Tisch vergossen? - Wie heeft chocolademelk op de tafel gemorst?

2) fließen lassen - vergieten
Bei dem Konflikt wurde schon zu viel Blut vergossen. - Bij het conflict werd al te veel bloed vergoten.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
vergießen (ww.) verdoen (ww.) ; vergieten (ww.) ; verspillen (ww.)
Vergiessen ingieten ; inkapselen ; storten ; uitgieten
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm

Voorbeeldzinnen met `vergießen`
Voorbeeldzinnen laden....