Vertalingen unauffällig DE>NL
I unauffällig
bijv.naamw.
| Uitspraak: | [ˈʊn|auffɛlɪç] |
1) keine Aufmerksamkeit erregend -
onopvallend Er war eine eher unauffällige Erscheinung. - Hij was eerder een onopvallende verschijning.
ein unauffälliges Leben führen - een onopvallend leven leiden |
2) so geschickt, dass es niemand bemerkt -
onopvallend | An ein unauffälliges Verschwinden war jetzt leider nicht mehr zu denken. - Er hoefde nu niet meer gedacht aan een onopvallende verdwijning. |
II unauffällig
bijwoord
deel van de uitdrukking: onopvallend unauffällig gekleidet sein - onopvallend zijn gekleed
Sie ließen das Geld unauffällig verschwinden. - Zij lieten het geld onopvallend verdwijnen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
Voorbeeldzinnen met `unauffällig`
Voorbeeldzinnen laden....
