Vertalingen unanständig DE>NL
I unanständig
bijv.naamw.
Uitspraak: | [ˈʊn|anʃtɛndɪç] |
nicht der Moral, den Regeln für gutes Benehmen entsprechend -
onfatsoenlijk Er bezeichnete die Forderungen der Gewerkschaften als unanständig. - Hij noemde de eisen van de vakbond onfatsoenlijk. |
II unanständig
bijwoord
1) deel van de uitdrukking: onfatsoenlijk sich unanständig aufführen - zich onfatsoenlijk gedragen |
2) sehr -
onbehoorlijk unanständig viel Geld verdienen - onbehoorlijk veel geld verdienen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
unanständig (bnw.) | onfatsoenlijk (bnw.) |
unanständig | ongehoord ; vunzig ; vrijpostig ; verkeerd ; schuin ; onzedig ; onzedelijk ; onwelvoegelijk ; onwelgevoeglijk ; onvertogen ; ontaard ; onkies ; onhoffelijk ; ongepast ; ongemanierd ; oneerbaar ; onbetamelijk ; onbeschoft ; onbeleefd ; onbehoorlijk ; immoreel ; hondsbrutaal ; brutaal ; amoreel ; obsceen ; vulgair ; smakeloos ; ruw ; ordinair ; onbescheiden |
Bronnen: interglot; WikipediaVoorbeeldzinnen met `unanständig`

Voorbeeldzinnen laden....