Vertaal
Naar andere talen: • tückisch > ENtückisch > EStückisch > FR
Vertalingen tückisch DE>NL

I tückisch

bijv.naamw.
Uitspraak:  [ˈtʏkɪʃ]

1) deel van de uitdrukking: gevaarlijk

2) deel van de uitdrukking: boosaardig , verraderlijk , bedrieglijk


II die Tücke

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈtʏkə]
Verbuigingen:  Tücke , Tücken

1) verborgene Eigenschaft einer Sache, die Gefahren oder Probleme bringen kann - kuren
Der Motor hat seine Tücken. - De motor heeft zo zijn kuren.

2) Eigenschaft, voll verborgener böser Absichten zu sein - bedrog
Ein Plan voller Tücke. - Een plan vol bedrog.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
tückisch kwaadwillig ; ploertig ; tweetongig ; verachtelijk
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `tückisch`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: betrügerisch
DE: falsch
DE: trügerisch
DE: unaufrichtig
DE: unehrlich
DE: unredlich
DE: verlogen