1. MWB
  2. Vertalen
  3. schwören (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • schwören > EN • schwören > ES • schwören > FR
Vertalingen schwören DE>NL

schwören

werkw.
Uitspraak:  [ˈʃvøːrən]

1) einen Eid sprechen - zweren
einen Eid auf die Verfassung schwören - een eed op de grondwet afleggen
Er schwor, die Wahrheit zu sagen. - Hij zwoor de waarheid te spreken.

2) versichern, dass man die Wahrheit sagt, etw. tun will - zweren
Ich schwöre dir, dass ich davon nichts gewusst habe. - Ik zweer je dat ik daarvan niets heb geweten.
uitdrukking sich etw. schwören

3) deel van de uitdrukking:
uitdrukking auf etw. schwören

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
schwören (ww.) een eed afleggen (ww.) ; zweren (ww.)
Bron: Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `schwören`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: beschwören
DE: eidlich bekräftigen
DE: einen Eid ablegen
DE: einen Eid leisten
DE: einen Schwur ablegen
DE: einen Schwur leisten
DE: geloben
DE: Gelübde ablegen
DE: unter Eid aussagen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: Treue schwören NL: trouw zweren
DE: auf etwas schwören NL: bij iets zweren
DE: Stein und Bein schwören NL: bij hoog en laag zweren