Vertaal
Vertalingen hinüberfahren DE>NL
hinüberfahren (ww.) iets transporteren (ww.) ; omverrijden (ww.) ; overheen rijden (ww.) ; overrijden (ww.) ; oversteken (ww.) ; overvaren (ww.) ; vervoeren (ww.)
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `hinüberfahren`
Voorbeeldzinnen laden....