Vertaal
Vertalingen herumschnüffeln DE>NL
herumschnüffeln (ww.) rondkijken (ww.) ; rondneuzen (ww.) ; rondscharrelen (ww.) ; rondsnuffelen (ww.) ; snuffelen (ww.) ; struinen (ww.)
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `herumschnüffeln`
Voorbeeldzinnen laden....