Vertaal
Naar andere talen: • gewöhnlich > ENgewöhnlich > ESgewöhnlich > FR
Vertalingen gewöhnlich DE>NL

I gewöhnlich

bijv.naamw.
Uitspraak:  [gəˈvøːnlɪç]

1) alltäglich, unauffällig - normaal
ein ganz gewöhnlicher Tag - een normale dag

2) deel van de uitdrukking: gewoon
Er wachte zur gewöhnlichen Zeit auf. - Hij werd op de normale tijd wakker.


II gewöhnlich

bijwoord

deel van de uitdrukking: gewoonlijk
Gewöhnlich macht er das Frühstück, während sie duscht. - Gewoonlijk maakt hij het ontbijt terwijl zij doucht.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
gewöhnlich (bnw.) gewoonlijk (bnw.)
gewöhnlich nietszeggend ; nietsbetekenend ; normaal ; normaliter ; onbeduidend ; onbelangrijk ; onbenullig ; onbetekenend ; ongekunsteld ; ordinair ; plat ; regelmatig ; regulier ; vanzelf ; vulgair ; weinigzeggend ; zonder moeite ; zonder pretenties ; geregeld ; algemeen ; alledaags ; courant ; doorgaans ; eenvoudig ; futiel ; gangbaar ; gebruikelijk ; gemeenlijk ; gewoon ; gewoontegetrouw ; licht ; lichtwegend ; meestal ; merendeels ; natuurlijk ; niets bijzonders ; veelal
Bronnen: Trueterm; interglot


Voorbeeldzinnen met `gewöhnlich`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: allgemein
DE: allgemeingültig
DE: alltäglich
DE: durchgängig
DE: durchweg
DE: gangbar
DE: gebräuchlich
DE: geläufig
DE: gemeinhin
DE: generell