Vertaal
Naar andere talen: • für > ENfür > ESfür > FR
Vertalingen für DE>NL

für

voorzetsel
Uitspraak:  [fyːɐ]

1) nennt den Zweck, das Ziel einer Handlung oder Sache - voor
ein Job für dich - een baan voor jou
für die Schule lernen - voor school leren
Geld für Süßigkeiten ausgeben - geld aan zoetigheid uitgeven

2) drückt aus, dass man jemanden / etw. gut findet, unterstützt - voor
Ich bin für seinen Vorschlag. - Ik ben voor zijn voorstel.
Sie entschied sich für das billigere Modell. - Zij kiest voor het goedkopere model.
uitdrukking das Für und Wider

3) drückt aus, dass etw. geschieht, um jemandem zu helfen - voor
Kann ich sonst noch etwas für Sie tun? - Kan ik nog wat voor u doen?
Kannst du mal für mich dort anrufen? - Kun je voor mij daar eens heen bellen?

4) nennt den Grund einer Handlung o. Ä. - ten gevolge van
Sie lobte das Kind für die gute Note. - Zij prees het kind voor het goede punt.

5) nennt den Preis oder Wert einer Sache - voor
eine Eintrittskarte für zehn Euro - een toegangskaart voor tien euro

6) nennt einen Zeitpunkt oder Zeitraum - voor
für ein paar Minuten nach draußen gehen - voor een paar minuten naar buiten gaan
Sie hat mich für nächsten Sonntag eingeladen. - Zij heeft mij voor aankomende zondag uitgenodigd.

7) gibt die Person oder Sache an, auf die man sich bezieht - voor
Für Kinder ist das Spiel zu schwer. - Voor kinderen is dat spel te moeilijk.
Du bist genau der Richtige für diese Aufgabe. - Jij bent precies de juiste voor deze opdracht.

8) weist einer Person oder Sache eine Eigenschaft zu - voor
Ich halte ihn für ziemlich eingebildet. - Ik vind hem voor behoorlijk verwaand.
Sie wurde offiziell für tot erklärt. - Zij werd officieel dood verklaard.

9) nennt die Sache, die mit etw. bekämpft wird - tegen
ein Mittel für Durchfall - een middel tegen diarree

10) deel van de uitdrukking:
uitdrukking Tag für Tag / Punkt für Punkt / ...

11) deel van de uitdrukking:
uitdrukking für sich bleiben / stehen / ...
uitdrukking ein Fall / Problem / ... für sich

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
für waartoe ; pro ; voor
Bronnen: interglot; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `für`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: im Zusammenhang mit
DE: wegen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: an und für sich NL: op zich zelf beschouwd
DE: das hat viel für sich NL: er valt veel voor te zeggen
DE: für und für NL: voortdurend